Bosmuis (Apodemus Sylvaticus L.)

De rug van de bosmuis heeft een lichtgele tot donkerbruine kleur, de buik is lichter van kleur. Kenmerkend is de oranje-bruine scheidingslijn tussen de rug en buikzijde.

De lichaamslengte van een volwassen bosmuis is 7,4 tot 10,7 cm en de staart is 7,3 tot 11,5 cm lang.

Ontwikkeling:

Gemiddeld krijgen bosmuizen 2 tot 4 worpen per jaar met 3 tot 7 jongen per nest. De draagtijd is ongeveer 3 weken. Na 2 maanden zijn de jongen geslachtsrijp. De gemiddelde levensduur van een bosmuis is 1 jaar.

Leefwijze:

Bosmuizen hebben een voorkeur voor bosranden met dichte ondergroei, open bosplekken met struikgewas maar ze komen ook voor in aangrenzende tuinen met bomen en struikgewas. De bosmuis is door zijn lange achterpoten een uitstekende springer, maar ze kunnen ook graven en klimmen. Ze eten groene plantendelen, noten zaden, insecten en wormen. Het nest van een bosmuis heeft 2 of 3 ingangen en een voorraadkamer.

Schade:

Wering/preventie:

1. bouwkundige aanpassingen in de buitenmuren treffen zodat er geen openingen in het pand zijn van groter dan 0,5 cm
2. voorkomen van voedselaanbodvoorkomen van nest- en schuilgelegenheid door het verwijderen van hoog gras en opsnoeien van struiken

Bestrijding:

Voor een deskundig advies neem contact met ons op.