Spitsmuis (Crocidura Russula Hermann)

De spitsmuis heeft een smalle schedel die spits toeloopt. De staart is behaard. De kleur kan variëren van bruin tot grijsbruin en de buik is lichter van kleur. Een volwassen spitsmuis is 6 tot 9 cm. lang.

Ontwikkeling:

De voortplantingsperiode is van maart tot oktober. Gemiddeld krijgen spitsmuizen 2 tot 4 worpen per jaar met 4 tot 6 jongen per nest. De draagtijd is ongeveer 4 weken. Na een week gaan de jongen al mee op pad met de moeder en lopen in ‘ganzenmars’ achter de moeder aan. De gemiddelde levensduur van een huisspitsmuis is 2 tot 3 jaar.

Leefwijze:

Spitsmuizen zijn vlugge, beweeglijke muizen die goed kunnen zwemmen.  Ze hebben een voorkeur voor ruig gedekt terrein zoals kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen. Ze graven onderaardse holen onder boomwortels maar gebruiken ook muizen holen of mollengangen. Het zijn nachtdieren.Spitsmuizen maken een zacht piepen, fluitend of tjilpend geluid. Spitsmuizen eten insecten en hun larven, wormen, slakken, spinnen en ook aas en plantaardig materiaal. De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm. lang, 0,3 tot 0,4 cm dik. De keutels zijn onregelmatig van vorm, vastgeplakt en bevatten veel zand. Vaak zijn de glinsterende insectenresten goed herkenbaar.

Schade:

• geuroverlast (ranzige of muskusgeur)
• vervuiling door urine en uitwerpselen
• verstoren van de rust / geluidsoverlast
• verspreiden van ziektekiemen

Wering/preventie:

1. bouwkundige aanpassingen in de buitenmuren treffen zodat er geen openingen in het pand zijn van groter dan 0,5 cm
2. voorkomen van voedselaanbod
3. voorkomen van nest- en schuilgelegenheid 

Bestrijding:

Voor een deskundig advies neem contact met ons op.