Mol (Talpa Europaea L.)
De mol heeft een plompe bouw met een slurfvormige snuit. De zeer kleine ogen liggen verborgen in de pels. De pels heeft geen groeirichting om verplaatsing in de gangen makkelijker te maken.
Uiterlijk:
De kleur is meestal zwart maar er zijn kleurvariaties mogelijk van wit, lichtbruin tot goudkleurig. De tastharen bevinden zicht op de snuit, de staart en aan de buitenrand van de graafpoten. De graafpoten zijn breed met lange, brede nagels. De handpalmen zijn naar buiten gericht. De lichaamslengte is 13 tot 15 cm.
Ontwikkeling:
Het voorplantingsseizoen loopt van maart tot juni. Na een draagtijd van 3 weken krijgt een mol gemiddeld 3 tot 5 jongen per worp. Na 6 tot 7 weken gaan de jonge mollen zelfstandig op zoek naar voedsel. Na 9 weken worden de jongen door de moeder verdreven uit haar gangenstelsel. De maximale levensduur van een mol bedraagt 3 jaar.
Leefwijze:
Mollen leven solitair in een eigen gangenstelsel, bij voorkeur in een losse, humusrijke grond waarin ook veel wormen zitten en waar de grondwaterstand niet te hoog is. Per uur kan een mol 12 tot 15 meter graven. Daarnaast kunnen mollen ook goed zwemmen en klimmen. Mollen eten wormen en insectenlarven die in hun gangen terechtkomen. Jonge mollen verplaatsen zich bovengronds.
Schade:
- molshopen in het gazon, op sportvelden en in moestuinen
Bestrijding:
Voor een deskundig advies neem contact met ons op.
Wilt u een offerte of afspraak aanvragen?
Moment a.u.b.
Er is een fout op getreden, probeer het opnieuw of mail ons via info at rido-ongediertebestrijding dot nl.
Wij hebben uw bericht ontvangen en zullen zo spoedig mogelijk proberen te reageren.
We zullen deze zo spoedig mogelijk beoordelen en reageren waar nodig of gewenst.